Afgelopen zomer kocht ik op Marktplaats een oude analoge fotocamera, een Canon FT QL. Mijn ouders hadden begin jaren 70 zo’n camera en het was de camera waar ik mijn eerste foto’s mee maakte. Mijn vader had als hobby fotograferen en ontwikkelde zelf zijn rolletjes. Ook hadden we thuis een donkere kamer, waar hij en later ook ik zelf foto’s afdrukte.
In navolging van mijn vader ging ik ook fotograferen en toen ik naar de kunstacademie ging kocht ik mijn eigen camera, een Nikon FE, die al een paar eenvoudige belichtingsprogramma’s had. Later werd deze vervangen door een Canon EOS 50E, die al veel geavanceerder was. Mijn huidige camera is een Canon EOS 350D, een digitale spiegelreflex. Een prima camera, waar je mooie foto’s mee kunt maken.
Smartphone
De camera van mijn huidige smartphone is zelfs nog veel beter en scherper dan al mijn eerdere camera’s ooit zijn geweest, inclusief de EOS 350D. Alles is scherp, van voor tot achter, de kleuren zijn prachtig, helder, als het contrast te groot is maakt hij automatisch een HDR-opname, waardoor dat opgevangen wordt. Kortom, het benadert de perfectie. En omdat het toch geen geld kost blijf je maar schieten.
Blow Up (spoiler)
Toch miste ik iets aan mijn recentere foto’s. De sfeer van zwartwit, de korrel, scherpte versus onscherpte, een vleugje imperfectie. Een van mijn inspiratiebronnen voor mijn fotografie was en is nog steeds de film Blow Up van Michelangelo Antonioni. In deze film uit 1966 maakt een fotograaf, gespeeld door David Hemmings, in een park in London foto’s van een verliefd stel. Als de vrouw erachter komt dat ze worden gefotografeerd, gaat ze achter hem aan omdat ze het fotorolletje wil hebben. Hij weigert en gaat weg. Later staat de vrouw op de stoep van zijn studio om alsnog het rolletje op te eisen. Hij geeft haar een ander rolletje en gaat in zijn doka kijken wat er precies op de foto’s staat. Het (b)lijkt over een moordaanslag te gaan, maar het is heel slecht te zien. Toch meent hij een pistool en een lijk te ontwaren in de foto’s. Hij gaat terug naar het park en vindt daar inderdaad het lijk van de man. Als hij thuiskomt zijn alle foto’s gestolen. Vervolgens gaat hij terug naar het park maar daar is ook het lijk verdwenen. Hij gaat dan twijfelen aan alles wat hij gezien heeft.
De foto’s waar hij de moordaanslag in meent te zien zijn heel grofkorrelig met een hoog contrast, iets wat ik altijd mooi heb gevonden. Daarnaast ga ik in mijn foto’s op zoek naar veel verschillende grijsgradaties.
Maar 36 opnamen
Omdat je bij een analoge fotocamera met fotorolletjes te maken hebt met per rol maar 36 opnamen en omdat een nieuw rolletje telkens weer geld kost, ga je zuiniger om met je opnamen. Ook kun je het resultaat niet meteen zien, dus een foute opname kan niet meteen en misschien helemaal niet meer opnieuw. Je gaat daardoor zorgvuldiger kijken, nauwkeuriger meten en bewuster fotograferen.
Canon A-1
In december 2017 kocht ik op Marktplaats twee Canon A-1’s, met in totaal vier objectieven (naast het standaardobjectief, een 50mm/f1.8, ook nog een 28mm/f2.8 en een portretlens, 90mm/f2.8) voor iets meer dan 150 euro. Volgens veel Canon-liefhebbers is de A-1 één van de beste analoge camera’s die ooit is gemaakt. En je koopt er voor weinig geld top-objectieven bij. De werking is nog wel een gepuzzel, hij bevat een aantal automatische modi, maar de eerste resultaten zijn mooi.
Rita zegt
Mooi Bart.
Judith zegt
Ben nieuwsgierig geworden naar Blow up. Is die nog te zien?
Bart zegt
Ik heb de dvd, ik zal ‘m een keer meenemen.